Congo-Brazzaville |
Geografie |
|
Oppervlakte: | 342.000 km2 (10 x Nederland) | |
Landsgrenzen: | grenst aan Gabon, Kameroen, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Democratische Republiek Congo (het vroegere Zaïre, ook Congo-Kinshasa), en de enclave Cabinda van Angola. | |
Klimaat: | Tropisch, vochtig in het noorden, savanne en droog seizoen in het zuiden | |
Hoogste punt: | De Nabemba (375 km ten noorden van Brazzaville) is met 903 meter de hoogste berg van het land. | |
Natuurlijke hulpbronnen: | Olie, hout, lood, zink, uranium, koper, phosphate, goud, magnesium, natuurlijk gas, waterkracht | |
Geïrrigeerd land: | 10 km² | |
Landgebruik: | Landbouwgrond: 0.51% permanent landbouwgrond: 0.13% anders: 99.36% in 2001 | |
Milieuproblemen: | Drinkwater vervuiling door open riolen, ontbossing. luchtvervuiling in de steden. | |
Congo – Brazzaville |
De bevolking |
|
Bevolkingsaantal: | 3,3 miljoen in 2003; dit getal kan ernstig worden beïnvloed als gevolg van de ziekte aids. | |
Bevolkingsdichtheid: | 9,6 inwoners per km2 | |
Leeftijdsopbouw: | 0-14 jaar: 37.3% – 15-64 jaar: 59% – 65 jaar en ouder: 3.7% geschat in 2005 | |
Bevolkingsgroei: | 3,2% van1975 tot 2001, 2,8% van 2001 tot 2015 geschatte cijfers 2003 | |
[highlight]Kindersterfte: [/highlight] |
[highlight](<1 jaar): 93.9 per 1000 geboorten. In vergelijking met Nederland: 4,37[/highlight] |
|
Kinderen tot 5 jaar met ondergewicht: | 19% 1995-2001 | |
Drinkwater: | 51% van de bevolking heeft toegang tot schoon drinkwater | |
Levensverwachting: | 49.51 jaar Mede door de enorme sterfte aan de gevolgen van AIDS is de levensverwachting teruggelopen. 50,3 jaar(v) – 46,7 jaar(m) (2001) | |
Vruchtbaarheidcijfer: | 29,46 per 1000 inwoners in 2003 | |
Verspreiding van AIDS bij volwassenen: | 7,15% in 2003 | |
Etnische groepen: | Kongo 48%, Sangha 20%, M’Bochi 12%, Teke 17%, Europeanen en anderen 3% | |
Religies: | Christendom (50%), animistisch (48%), islam (2%) | |
Talen: | De officiële voertaal is Frans. Daarnaast worden vele lokale talen waaronder Lingala, Kikongo en Monokutuba gesproken | |
Alfabetisme: | 75,9% (v) – 88,2% (m) in 2001 | |
Congo-Brazzaville |
De overheid |
|
Naam van het land: | De officiële naam van Congo-Brazzaville luidt République du Congo Republiek Congo (ook wel naar de hoofdstad Congo-Brazzaville genoemd) | |
Type overheid: | Republiek | |
Hoofdstad: | Brazzaville | |
Administratieve indeling: | Het land is administratief verdeeld in de volgende tien regio’s (vanaf het noordelijk deel van het land met de cijfers van de klok mee): Likouala, Cuvette, Plateaux, Pool, Bouenza, Kouilou, Niari, Lekoumou en Sangha, en de zelfstandige gemeente Brazzaville. Naast de hoofdstad Brazzaville zijn de belangrijkste steden Pointe-Noire, de economische hoofdstad aan de Atlantische kust, en Loubomo (Dolisie), aan de spoorlijn van Brazzaville naar Pointe-Noire | |
Onafhankelijk sinds: | 15 augustus 1960 van Frankrijk | |
Nationale feestdagen: | 15 augustus, onafhankelijkheidsdag (1960) | |
Grondwet: | De grondwet van 1992 voorzag in een scheiding van de wetgevende macht, uit te oefenen door een direct verkozen Assemblée Nationale en een Senaat, en de uitvoerende macht, uit te oefenen door een direct verkozen president | |
Rechtelijk systeem: |
[highlight]De rechterlijke macht is overbelast, onderbetaald en gevoelig voor corruptie en politieke druk.[/highlight]Tijdens de conflicten in 1997 en 1998-1999 zijn gerechtsgebouwen vernietigd en geplunderd. Het ministerie van Justitie is bezig met het herstel van gerechtsgebouwen, waaronder de lokale rechtbank voor de wijken Bacongo en Makelekele in Brazzaville. In de huidige situatie is een eerlijke rechtsgang niet gegarandeerd. Het rechtssysteem bestaat uit traditionele rechtbanken, lokale rechtbanken, gerechtshoven en het hooggerechtshof. De eerste zijn vooral op het platteland actief en behandelen eigendoms- en erfrechtzaken evenals familiezaken, die niet in de grootfamilie opgelost kunnen worden. |
|
Stemrecht: | Vanaf 18 jaar | |
Wetgevende macht: | President Denis Sassou-Nguesso Een Nationale Raad van de Transitie met 75 leden | |
Binnenlandse situatie: | Congo kent vele politieke partijen. De partij van Sassou-Nguesso is de Parti Congolais des Travailleurs (PTI), vroeger de enige partij. De Forces Démocratiques Unies (FDU) verenigen de regeringsgezinde partijen. Tot de oppositiepartijen behoren de partijen van de ex-leiders in ballingschap (de Mouvement Congolais pour la Démocratie et le Développement Intégral / MCDDI van Kolélas en de Union Panafricaine pour la Démocratie Sociale/UPADS van Lissouba). Deze functioneren thans onder leiding van personen die bereid zijn met de regering samen te werken. Andere oppositiepartijen zijn de CNR (Conseil National de Résistance), de Mouvement National pour la Libération du Congo Rénové (MNLCR) en de Ralliement pour la Démocratie et le Progrès Social / RDPS. Sinds april 2000 zijn vele nieuwe politieke partijen opgericht, veelal verbonden met de FDU. De veiligheidssituatie in het gehele land is in de verslagperiode opnieuw verbeterd. Er is geen sprake meer van vijandelijkheden tussen het regeringsleger en milities. Er zijn in het afgelopen jaar weinig incidenten gemeld, zelfs in de regio’s die tot juli 2000 nog niet onder regeringscontrole waren.Eén van de speerpunten van de Congolese regering om duurzame vrede te garanderen is het bevorderen van reïntegratie van de grote aantallen werkloze jongeren, die zich bij de milities hadden aangesloten. | |
Sociale situatie: bron: ministerie van buitenlandse zaken | Vier etnische groepen vormen in totaal 95% van de bevolking. Zij spreken duidelijk te onderscheiden talen en zijn voornamelijk geconcentreerd buiten de grote steden, dan wel in bepaalde wijken van de grote steden. De grootste groep wordt gevormd door de Kongo, die de belangrijkste stam in het zuiden van het land zijn en ongeveer de helft van de bevolking uitmaken. Andere belangrijke stammen zijn de Teke in het centrale deel van het land en de Mbochi uit het noorden (elk ongeveer 13% van de bevolking).Er is leerplicht tot het zestiende jaar en het onderwijs is gratis. Evenveel jongens als meisjes gaan naar de lagere school, maar op de middelbare school en de universiteit neemt het percentage meisjes af. De tienduizenden Pygmeeën, die hoofdzakelijk in het oerwoud in de noordelijke regio’s wonen, worden niet gelijk behandeld in de overwegend Bantu gemeenschap. Vooral op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid en gezondheid worden zij achtergesteld, hetgeen ook te maken heeft met hun geïsoleerde leefomgeving. Zij worden sociaal als minderwaardig beoordeeld en veel Pygmeeën, waaronder waarschijnlijk ook kinderen, worden door de Bantu’s uitgebuit. | |
Vertegenwoordiging van Nederland: | Hoofdpost Ambassade Kinshasa Ambassadeur: Dhr. B.W. Schortinghuis Postadres: B.P. 105 Brazzaville Bezoekadres: Rue du Nouveau Port, Brazzaville Tel: 00-242-811066 fax: 00-242-811066 |
|
Vertegenwoordiging van België | Avenue Patrice Lumumba Centre Brazzaville B.P. 225 – BrazzavilleTél : + 242 81.37.12 – Fax : + 242 81.37.04 Brazzaville@diplobel.org |
|
Buitenlands beleid | De internationale gemeenschap heeft erkend dat zij een belangrijke rol heeft te spelen om de vrede in Congo te bestendigen. Deze erkenning vormt de grondslag van een ‘Plan voor Congo 2001-2002’ van de Verenigde Naties (VN), dat in november 2000 bekendgemaakt werd en dat de behoeften aangeeft voor de humanitaire ondersteuning en wederopbouw in het land. Hiernaast wil de VN een rol spelen in de sociale en economische reïntegratie van ex-strijders.Angola heeft nog steeds enkele duizenden militairen in Congo gestationneerd. Deze militaire aanwezigheid geldt als de belangrijkste garantie voor het militaire en politieke overwicht van de regering Nguesso, en daarmee van de handhaving van het staakt-het-vuren en de veiligheid in Congo, ondanks de onvrede over de Angolese aanwezigheid bij oppositie en milities. De moord op de president van de DR Congo, Laurent Kabila, op 16 januari 2001 had een verbetering van de relaties tot gevolg. President Sassou-Nguesso wil zich actiever met het vredesproces in de DR Congo bemoeien, mede omdat Congo (Brazzaville) economisch te lijden heeft van het conflict in de DR Congo. | |
Mensenrechten: | Congo heeft het grootste deel van de internationale mensenrechtenverdragen getekend maar nog niet geratificeerd, waaronder het Internationale Verdrag over de Politieke en Burgerrechten, het Internationale Verdrag over de Economische, Sociale en Culturele Rechten, het Verdrag over de Rechten van het Kind en het Verdrag tegen Rassendiscriminatie. Het Verdrag tegen Discriminatie van Vrouwen is geratificeerd. Congo heeft recent het Verdrag van Ottawa over de uitbanning van mijnen geratificeerd.Sinds het einde van de vijandelijkheden heeft de regering een Nationale Directie voor de Mensenrechten opgericht, binnen het ministerie van Justitie. Ook is de instelling van een Nationale Commissie voor de Mensenrechten voorzien.Een aantal NGO’s speelt een voortrekkersrol op het gebied van de mensenrechten. Zij zijn in staat hun werk te doen zonder inmenging van de overheid, ondanks dat de overheid soms pogingen tot intimidatie doet. De bekendste NGO op dit terrein is de Observatoire Congolais des Droits de l’Homme (OCDH). Deze organisatie publiceert met enige regelmaat overzichten van schendingen van mensenrechten in het land. Internationale mensenrechtenorganisaties als Amnesty International, Human Rights Watch en FIDH (Fédération Internationale des Ligues des Droits de l’Homme) hebben onderzoeken gedaan in Congo. Ook de meer op noodhulp gerichte NGO’s leveren een bijdrage aan het toezicht op de naleving van de mensenrechten. In Congo-Brazzaville zijn werkzaam: het Internationale Rode Kruis, CARITAS, Médécins sans Frontières (MSF), OXFAM, Action Contre la Faim, Catholic Relief Services en International Rescue Committee (IRC). Deze NGO’s zijn vooralsnog uitsluitend actief op het gebied van noodhulp. Er zijn nog weinig lokale NGO’s, maar de lokale CARITAS verricht veel werk
.[highlight]De vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid wordt door de overheid in het “algemeen gerespecteerd”, zij het dat de nieuwsvoorziening grotendeels door de overheid verzorgd wordt!!!!!!!![/highlight] Veiligheidsdiensten maakten zich schuldig aan het slaan van verdachten, om bekentenissen af te dwingen of om ze te straffen. Soms werden vrouwelijke gevangenen verkracht. In de tweede helft van 2000 verscheen een nieuwsbrief van de politie, waarin verscheidene van dit soort incidenten werden vermeld, maar waarin ook werd vermeld dat disciplinaire maatregelen werden genomen tegen de verantwoordelijken en dat strafrechtelijke onderzoeken en gerechtelijke procedures werden ingesteld |
|
bron: ministerie van Buitenlandse zaken | ||
Congo – Brazzaville |
Economie |
|
Economie: | Het land is rijk aan natuurlijke hulpbronnen. De winning van aardolie zorgt traditioneel voor meer dan 40% van het BNP. Ook bos- en landbouw zijn belangrijk. De verre van optimale infrastructuur vormt evenwel een hindernis van betekenis. Vanaf 1994 stelde de toenmalige president Lissouba met hulp van Frankrijk en het IMF meer financiële controle op overheidsuitgaven in en was sprake van een verschuiving naar een markteconomie. Na de coalitievorming in 1995 werden de hervormingen doorgezet. Privatisering deed zijn intrede. Als gevolg van de burgeroorlog die in juni 1997 weer losbrak werden de in overleg met IMF opgestelde doelstellingen niet gehaald. Na afloop van de burgeroorlog eind 1997, en opnieuw na de opleving van de burgerorrlog begin 1999, committeerde Sassou-Nguesso zich aan de verdere uitvoering van de programma’s. Het welslagen ervan is mede afhankelijk van de inkomsten uit de olie en bijdragen van donoren. De economische situatie in Congo-Brazzaville kent nog vele problemen. In de eerste plaats zijn vele vernielingen aangebracht (ook nog daterend uit 1997 en zelfs daarvoor) en heeft de infrastructuur te lijden van gebrek aan onderhoud. Daarnaast heeft het bancaire systeem veel te lijden gehad. Er is vertraging bij de privatiseringen, er zijn binnenlandse schulden (achterstallige salarisbetalingen aan ambtelijke en militaire functionarissen en achterstallige uitbetalingen van pensioenen), er is een grote buitenlandse schuld, en er is desorganisatie in de fiscale sector en bij de douane. Niettemin gaf het IMF blijk van zijn vertrouwen in de Congolese regering door de goedkeuring, op 17 november 2000, van een lening ten behoeve van wederopbouw voor Congo. Het IMF tekende er bij aan dat de beslissing was genomen als blijk van waardering voor de voortgang die de regering maakte bij het bevorderen van politieke normalisatie en economisch herstel. Ook de uitbetaling van ambtenaren kon weer regelmatig plaatsvinden. Ook macro-economische indicatoren zijn in 2000 opmerkelijk verbeterd: een economische groei van 5%, een lage inflatie van 5%, een vermindering van het begrotingstekort en een herstel van monetaire reserves.Congo is een dunbevolkt land met grote olievoorraden; als gevolg daarvan is het bruto inkomen per hoofd van de bevolking hoger dan van de meeste andere Afrikaanse landen. Deze schijnbare rijkdom heeft echter een smalle basis en er is weinig verband tussen de kapitaalsintensieve oliesector en de rest van de economie, en weinig effect op de werkgelegenheidssituatie. De slecht functionerende infrastructuur en openbare dienstverlening, alsmede de zwakke sociale indicatoren (onder meer op het gebied van de gezondheidszorg, het onderwijs en de voedingstoestand) wijzen op algemene armoede onder de bevolking. De omstandigheden zijn door de burgeroorlogen nog verslechterd. Met een Human Development Index van 139 (berekend op cijfers uit 1998) behoort Congo nog net tot de landen met een gematigde sociale ontwikkeling. De hoge werkloosheid vormt een economische en sociale risicofactor, die de gewenste reïntegratie van de militieleden nog moeilijker maakt.De laatste jaren heeft de economie een opmerkelijk herstel te zien gegeven, mede dankzij de vrede en de hoge prijs van ruwe olie. Openbare investeringen konden weer aantrekken en er is een begin gemaakt met de uitvoering van infrastructurele werken met als belangrijkste de heropening van de spoorlijn Brazzaville – Pointe-Noire en het uitbaggeren van de haven van Pointe-Noire. Een groot deel, 50 – 70% van de bevolking leeft ver onder de armoedegrens | |
Bron o.a. : CIA factbook | ||
Bruto Nationaal Product: | US$ 2,9 miljard (2003, schatting EIU) | |
Groei BNP: | 2% (2003, schatting EIU), 3,5% (2002, schatting EIU), 2,9% (2001, officiële schatting) | |
BNP per hoofd van de bevolking: | US$ 886 in 2001 | |
Inflatie van de consumptieartikelen: | 2,4% (2003, schatting EIU), 3,3% (2002, schatting EIU), officiële schatting) | |
Arbeidskrachten per sector: | Landbouw (49%), industrie (15%), diensten (37%) (1990) | |
Industrie: | petroleum producten, cement, hout, suiker, palmolie, zeep, meel, sigaretten | |
Elektriciteitsproductie: | Lokale energieconsumptie is laag, men is afhankelijk van hout. Mogelijkheden tot hydro-elektriciteit ruimschoots aanwezig maar nog niet nader onderzocht. | |
Elektriciteitsconsumptie: | 573.6 milljoen kWh in 2002 | |
Export: | US$ 2,3 miljard (2003) | |
Export producten: | Ruwe petroleum, hout, suiker | |
Export – partners: | Verenigde Staten, Zuid-Korea, China, Duitsland, Frankrijk | |
Import: | US$ 734 miljoen in 2002 | |
Importgoederen: | Brandstof en energie, kapitaalgoederen | |
Import – partners: | Frankrijk, Italië, Verenigde Staten, België, Zuid-Afrika | |
Buitenlandse schuld: | US$ 4,9 miljard (2000, geen recentere cijfers beschikbaar) | |
Geld: | CFA franc (CFAfr) | |
Congo Brazzaville | Diversen | |
Internet landencode | cg | |
Internet Providers: | 46 in 2003 | |
Internetgebruikers: | 15.000 in 2003 | |
Spoorwegen: | 894 km | |
Wegen: | totaal: 12,800 km geasfalteerd: 1.242 km – niet geasfalteerd: 11.558 km | |
Waterwegen: | 4.385 km | |
Havens | Brazzaville, Impfondo, Ouesso, Oyo, Pointe-Noire |